doorzoek het gehele Damescompartiment
Damescompartiment online

Anna de Savornin Lohman
(1868-1930)


Anna de Savornin Lohman

Catharina Anna Maria de Savornin Lohman: een fiere naam voor een fiere vrouw. Ze zou de wereld bereizen, een kritische blik werpen op vele romans en door tallozen verguisd en bewonderd worden. Anna was een freule, zoals er maar weinig waren en zijn.

Anna werd geboren op 14 januari 1868, in Groningen. In een artistocratische kring. Haar vader was jonkheer Maurits Adriaan de Savornin Lohman, haar moeder jonkvrouw Florentina Johanna Alberda van Ekenstein. Vader zou bekendheid verwerven in zijn functies, onder meer als advocaat-generaal bij de Hooge Raad der Nederlanden en als goeverneur van Suriname.

In tegenstelling tot haar vier oudere broers, mocht Anna niet studeren. Omdat ze een meisje was, werd ze gedwongen huishoudelijke taken te verrichten en voor haar moeder te zorgen, als deze vanwege haar slechte gezondheid verpleging nodig had. Omdat zij een meisje was... wij kunnen nauwelijks navoelen, dat deze woorden eens een lotsbestemming inhielden. Niet mogen studeren, geen kansen mogen hebben op economische zelfstandigheid, moeten hopen op een echtgenoot. In haar Herinneringen schrijft Anna:

"In geheel mijn opvoeding werd het beginsel, dat de jongens rechten hebben en de meisjes alleen plichten, dat de jongens zelf iets mogen zijn, en de meisjes slechts hebben te gehoorzamen en te dienen, zoo consequent mogelijk doorgevoerd." [p.6-7]

Dienen was ook verplicht op christelijke wijze; het meisje moest naar een gereformeerd schooltje. Men was streng in de leer. In Nederland, en in Suriname, waar zij als dochter van de gouverneur verbleef.

Toen keerde het leven.

Moeder was overleden, vader verloor zijn fortuin. Aan de broers had Anna minder dan zij gehoopt had. Ze was gedwongen haar eigen brood te verdienen, iets wat voor een freule destijds ongewoon en zeker ongewenst was, vanuit aristocratisch oogpunt bezien.

Eerst was er nog uitstel. met haar vader maakte ze reizen en woonden ze enige tijd in Duitsland. Toen accepteerde Anna een positie als onderwijzeres op een particuliere meisjeschool in Schotland. Het ging haar wonderwel goed af. Vanuit Schotland reisde ze naar haar vader, die in dienst van een Duitse firma in Indië werkte. In Batavia schreef ze haar eerste roman Miserere. Kleine schetsjes waren eerder verschenen.In haar Herinneringen is ze heel kort over Indië, maar toch weten we dat het land en de maatschappij een diepe indruk op haar hebben gemaakt: in haar latere romans zou Indie vaak een rol spelen. Opmerkelijk daarbij is het thema van het aristicratische meisje dat zich na haar verblijf in Indie, niet meer thuis voelt in haar adellijk milieu. De novelle Liefde is daarvan een mooi voorbeeld.

De weinige woorden die ze Indie zelf wijdt, zijn gemengd van oordeel: over de Indische gastvrijheid kan ze "niet genoeg getuigen"[p.216], van de bediening vond ze: "Maleiers en Javanen zijn oneindig intelligenter en ontwikkelder dan negers, maar daardoor ook minder goedig en eenvoudig van harte dan Surinaamse inboorlingen."[p.217] Waarna een loflied op de baboe volgde, die gek genoeg toch niet met Anna meewilde naar Nederland. Indië zou Anna lang bijblijven: hier begon ze te schrijven. hier werd ze medewerkster van het Soerabaisch Handelsblad. Feitelijk legde ze hier de basis voor haar werkzaam leven, dat zo'n grote omvang zou krijgen.

In Nederland begon haar grote carriere. Ze schreef letterkundige kritieken, - waarin ze haar eigen standpunten helder naat voren bracht, schreef voor De Telegraafen trad vanaf 1902 op als hoofdredactrice van het damesblad De Hollandsche Lelie. Hierin was zij de leading lady: prominent aanwezig op vrijwel iedere pagina.

Haar ongezouten kritiek en optreden leverde haar evenveel vijanden als bewonderaars op. De een hekelde haar feministische brochures, de ander prees ze juist. Een derde verafschuwde haar kritieken, waardoor een vierde ze juist las.Haar romans weerspiegelden regelmatig autobiografische thema's: wat zij had gezien in Indië, vragen over het geloof en meisjes die niet mogen werken.... omdat zij een meisje zijn.

Anna werkte mee aan belangrijke tentoonstellingen en werd benoem tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Kortom, Anna de Savornin Lohman was iemand.

Onder degenen die haar liefhadden, bevond zich haar vriendin Petronella Maria Anna Reijers. Zij en Anna hoopten levenslang samen te blijven. Maar Anna koos iets anders: in 1915 trouwde ze met H.T. Spoor. Hij stierf in 1919. Weer was ze alleen.

Anna bleef schrijven- maar genoeg om van te leven was dat niet. Daarom werkte ze als collectrice van de Staatsloterijen. Een eerzaam beroep, zeker, maar toch zal zij de geschiedenis ingaan als een opmerkelijke auteer, journaliste, critica en voor alles als "de fiere freule" die zij was.

Meer lezen van Anna de Savornin Lohman?

  • Miserere
    Amsterdam: Van Kampen,[1895]
    Zie voor het verhaal 'Roem' de Bibliotheek van het Damescompartiment.
  • Vragensmoede
    Amsterdam: Van Kampen [1896], 3e dr.
  • Het ééne noodige
    Amsterdam [1897]
  • De liefde in de vrouwenquestie: Laura Marholm: Das Buch der Frauen, en Mevr. Goekoop: Hilda van Suylenburg / Anna de Savornin Lohman; met Naschrift Amsterdam 1898-1899
  • Geloof
    Amsterdam : P.N. van Kampen, 1899
  • Levens-ernst
    Utrecht: Honig, 2e dr. [ca. 1900]
  • Smarten
    Amsterdam: Van Kampen,1900
  • Na het ontwaken
    Amsterdam: P.N. van Kampen,1901
  • Over boeken en schrijvers: subjectieve opstellen
    Amsterdam: Van Kampen, 1903
  • Jonge roeping
    Amsterdam: Veen 1903
  • Kleine levensdingen
    Amsterdam: Veen, 1905
  • Liefde
    Amsterdam: Veen, 1905
  • Vrouwenliefde in de moderne literatuur
    1906
  • Uit de sfeer gerukt
    Amsterdam: Veen, 1908
  • Herinneringen van Anna de Savornin Lohman
    Amsterdam: van Kampen & Zoon, 1909
  • Wat nooit sterft
    Amsterdam: Veen 1909
  • Uit christelijke kringen
    Amsterdam: L.J. Veen, 1911
  • Levensraadselen
    's-Gravenhage: Daamen, 1921

Over Anna de Savornin Lohman

  • Onder andere:
    Enkele notities in een uitgebreide context Journalisten en heethoofdem. Een geschiedenis van de Indisch-Nederlandse dagbladpers 1744-1905., door Gerard Termorshuizen. (Nijgh & Van Ditmar/KITLV Uitgeverij, 2001) Pag.165, 267, 270.
  • Jonkvrouwe Anna de Savornin Lohman in en uit haar werken, door G. Jonkbloet, S.J.. Leiden: G.F. Théonville, 1912
  • Een eigenwijs schrijfster, door H. Hartog Rotterdam 1903
  • F. Netscher, 'Karakterschets' in: De Hollandsche Revue, 1904. 21-32
  • Knipselmappen en Biografische Woordenboeken van het Letterkundig Museum